Wildsourcing

Met het Codeteam schreven we dit jaar een Whitepaper over out- en insourcen. Daarin benadrukken we het belang van een goed sociaal beleid voor de betrokken werknemers, of die nou in eigen dienst van de opdrachtgever werken, of via outsourcing bij een schoonmaakbedrijf. Ook geven we een praktische handleiding om een verantwoorde keuze te maken tussen de twee mogelijkheden, nadrukkelijk niet met politieke argumenten, nadrukkelijk wel met een oog voor professionaliteit en vakmanschap. Op 13 september overhandigden we het Whitepaper aan Jetta Klijnsma, de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, en zij was niet alleen blij met het niet-politieke karakter van ons verhaal, maar begreep ook heel goed , en onderschreef, ons appel om juist bij de verschillende sourcingsconstructies steeds alle partijen in de keten aan te spreken op hun sociale verantwoordelijkheid.

Daarover ging het ook op het jubileumcongres van CSG op 29 september in Culemborg. Jet Linssen deed een stevig pleidooi voor de aanwezige bobo’s om de positie en de belangen van de werknemers, vaak ook parttimers, niet altijd weerbaar, bij outsourcing zwaar mee te wegen, en deugdelijk te verankeren in CAO’s die over meer dan geld alleen gaan. Roger Luijten van Tempo-Team Outsourcing benadrukte de legitimiteit van een percentage flex in de arbeidsmarkt, en gaf aan dat Tempoteam wel degelijk een verstrekkend contract heeft vormgegeven om de outsourcing sociaal verantwoordelijk te laten gebeuren.

En daar zit hem naar mijn mening nu juist de kneep: in de toenemende flex zien we tal van schijnbewegingen, waarbij CAO’s worden ontdoken, zzp ‘constructies, loonbedrijven, 0-urencontracten etc. etc. Ik introduceer hiervoor nu de term: WILDSOURCING, een vorm van uitbesteding waarbij noch de opdrachtgever, noch de opdrachtnemer verantwoordelijkheid neemt voor een deugdelijk sociaal beleid, en niemand daarop kan worden aangesproken. Outsourcing hoeft sociaal niet slechter te zijn dan insourcing of eigen beheer, zeker niet als werkgevers en werknemers in de branche elkaar weten te vinden in het vormgeven aan een solide sociaal beleid. Wat dat betreft hoop ik zeer dat in de schoonmaak de sociale partners elkaar weten te vinden aan de vernieuwingstafel en bij het CAO-overleg.

De opdrachtgevers ( 238 hebben de Code ondertekend, laatstelijk AFM, Avebe en Nijenrode) kunnen daarbij een belangrijke rol spelen, door naleving van de CAO te eisen, door sociaal beleid op de eigen werkvloer te faciliteren en stimuleren, en ook door eigen ervaringen en best practices op het gebied van sociaal beleid te delen met de schoonmaakbranche. Als er een te grote spanning ontstaat tussen het sociale beleid van de opdrachtgevers, en dat wat opdrachtnemers kunnen opbrengen, dan krijgt outsourcing een slechte naam. En , opdrachtgevers zijn daarvoor medeverantwoordelijk!

Dan haal ik nog een ander begrip van stal, dat bij de sourcingsdiscussie een rol speelt : “good parenthood “. Als je een activiteit, waar mensen aan verbonden zijn, verkoopt en/of uitbesteedt, dan heb je de plicht je ervan te vergewissen dat degenen die jouw mensen overnemen bereid en in staat zijn tot een “goed ouderschap”. En dat is echt iets anders dan je mensen als pakjes over de heg zetten. Bij outsourcing naar een bedrijf dat onderdeel is van een solide georganiseerde branche, met onder meer een goed gestructureerde , echt sociale, CAO, kan een opdrachtgever prima voldoen aan de eis van toezicht op good parenthood.

Maar bij WILDSOURCING gaat het op termijn voor alle partijen fout, en is er in elk geval geen sprake van duurzame arbeidsverhoudingen.

 

Kees Blokland