De code verantwoordelijk marktgedrag in de schoonmaak bestaat inmiddels 5 jaar. Voorzitter van de codecommissie Kees Blokland zag zijn code bij aanbestedingen in gewicht toenemen. Maar hij constateert tegelijkertijd dat er nog veel moet gebeuren. “Ik zie nog steeds aanbestedingen die met drie o’s zijn opgesteld: Onwil, onkunde en onbenul.”

 

We kunnen het niet laten. U als voorvechter van sociaal beleid in de schoonmaakbranche. Wat vindt u van het afschaffen van de wachtdagen, een van de eerste resultaten van de cao-onderhandelingen?
“Laat ik vooropstellen dat ik me niet wil mengen in lopende cao-onderhandelingen. Maar het afschaffen lijkt me een goede zaak. Het is ook belangrijk dat schoonmaakbedrijven en hun opdrachtgevers ervaringen uitwisselen op het gebied van sociaal beleid. Om samen het sociaal beleid goed te laten zijn of te maken.”

“Als het sociaal beleid niet goed is, zie je dat overheden zich beraden en soms inbesteding overwegen. Andersom werkt het volgens mij ook: als je als schoonmaakbranche een goed sociaal beleid hebt, dan komt inbesteding helemaal niet in beeld. Dan heb je een stevige businesscase voor uitbesteden aan een schoonmaakbedrijf.”

 

dsc_0683-199x300U bent geen partij in de cao-onderhandelingen, maar u staat wel voor sociaal beleid…
“Ja, wij vloeien voort uit de samenwerking tussen sociale partners. Goedlopende cao-onderhandelingen zijn goed voor de code. Want in de code vinden sociale partners elkaar. Slaande ruzie tussen hen schaadt de effectiviteit van de code. Gelukkig zie ik dat het deze keer harmonieuzer lijkt te gaan. Je moet elkaar ook de ruimte gunnen om een profiel neer te zetten. Dat doen ze zeker.”

“Dat betekent niet dat er niet stevig moet worden onderhandeld. Dat hoort nu eenmaal bij cao-onderhandelingen. Ik zie wel dat er in de vernieuwingstafel nagedacht is over de lange termijn. Dat is alleen maar goed. Je moet over de horizon van één cao-periode heenkijken en voor de lange termijn sociaal beleid neerzetten. Dat beleid moet geborgd zijn bij schoonmaakbedrijven. En vervolgens moet je dat weer goed weten uit te leggen aan het collectief van opdrachtgevers.”

 

Wat is in vijf jaar tijd het belangrijkste wapenfeit van de code?
“Ik denk dat we gezaghebbend zijn geworden bij aanbestedingen. Het is een norm geworden om bij schoonmaakaanbestedingen en bij contracten de code te verwerken. We wisten vijf jaar geleden niet goed waar we aan begonnen. De sociale partners vroegen toen NS en Schiphol om hulp. We hebben jullie nodig. We zitten al jarenlang in een negatieve spiraal. We hebben jullie als opdrachtgevers nodig dat te doorbreken.”

“In de eerste brainstorms dachten we aan strakke productiviteitsnormen, maar dat hebben we snel verlaten. Dat mag niet van de Autoriteit Consument en Markt. Toen zijn we gesprekken gaan voeren met ACM. Zij gaven guidance. Dit mag wel en dat mag niet. Zo zijn de gebonden generieke maatregelen ontstaan zoals ze in de code staan. Zo is bijvoorbeeld het teruggaan in schoonmaakfrequentie op zich geen overtreding volgens de code, als het maar goed is afgestemd met de bewoners en als het niet als werkdruk op het bordje van de schoonmakers komt.”

 

dsc_0679-199x300Heeft u nog wensen met betrekking tot de code?
“Jazeker. De Rijksoverheid heeft, met programmamanager inkoopinformatie Rijk Peter Specker voorop, de lead genomen met de code, de code zelf doorgevoerd en het Rijk staat welwillend tegenover de code. Ook vanuit het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid wordt de code ondersteund. Daarmee kun je onverantwoord marktgedrag aan de onderkant van de markt aanpakken.”

“Maar ik vind het ministerie van Economische Zaken nog te terughoudend. Zij zouden een visie moeten ontwikkelen op slecht functionerende markten, maar ik zie daar nog geen begin van een visie. Verlengstuk ACM kijkt slechts naar de aanbodkant, ter bescherming van de consument. Dat is op zich goed, maar ik zou willen dat ACM ook vergaande bevoegdheden krijgt zodat ze de vraagkant in de schoonmaak ook onder schot kunnen nemen.”

 

Komt u nog steeds veel misstanden tegen?
“Ja. Die vallen vaak onder drie grote ongelukken: onwil, onkunde en onbenul. We zien aanbestedingen die knullig in elkaar zijn gestoken, waarbij er sprake is van te weinig kennis van het facilitaire vak en we zien inkopers die denken dat schoonmaak aanbesteden te vergelijken is met het aanschaffen van een televisie. Daarbij wordt dan meteen maar even de kwaliteit van de te leveren schoonmaak niet gedefinieerd of niet goed omschreven. Als je niet weet wat je vraagt, weet je ook niet wat je krijgt. Overigens, de brancheorganisatie NEVI van inkopers zit goed in de strijd. Daar ligt het niet aan. Maar ik kan niet van alle inkopers zeggen dat het toppers zijn. Ik vind dat het ministerie van Economische Zaken daar iets van zou moeten vinden. En dat ACM boetes zou moeten uitdelen als aanbestedingen niet goed in het vat gestoken zijn.”


dsc_0668-300x199Wat vindt u van opdrachtgevers in de schoonmaak? Doen zij voldoende om de code te respecteren en uit te dragen?
“We hebben 240 opdrachtgevers die de code hebben ondertekend, maar dat mogen er altijd meer worden. Graag zelfs. Zo zouden VNO-NCW-leden automatisch al het besef moeten hebben dat ze moeten handelen vanuit de waarden van de code. Ze zijn zich vaak wel bewust van hun rol als werkgever, maar niet van hun rol als opdrachtgever naar de code en schoonmaakbedrijven toe. Werkgeversvereniging AWVN daarentegen draagt de code actief uit onder haar leden en naar buiten. Zij ziet het belang van marktwerking als conditie voor sociaal beleid bij uitbesteding. Maar in het algemeen moet ik bij werkgevers te vaak het pleidooi houden dat ze als opdrachtgever hun sociale verantwoordelijkheid moeten nemen. Verder zie ik een rol voor de code in de hotelbranche, waar we weg willen blijven van Rambamachtige praktijken. Ik zie dat hotels oog hebben voor de facilitaire kant van de zaak. Dat zit hen van oudsher in het bloed. Als laatste noem ik de glazenwassers. Alle OSB-leden hebben getekend. Maar de markt in zijn geheel is nog een cowboymarkt. Er speelt op dit moment een klacht van een glazenwasbedrijf tegen een hoofdaannemer, maar daar kan ik nog niet veel meer over zeggen.”

 

blokland_201210-9860-200x300Uw commissie gaf onlangs aan Schmersal Nederland een gele kaart. Helpt dat?
“Het is in elk geval een waarschuwing in de markt om je naam niet te grabbel te gooien. Schmersal stelde zich niet op als een marktverantwoordelijke partij bij de overname van een contract. Daardoor liepen werknemers van het oude schoonmaakbedrijf een aanbieding op basis van artikel 38 van de schoonmaak-cao mis. Ongehoord. We hebben Schmersal om weerwoord gevraagd, maar het bedrijf reageerde daar niet op. Dan blijft voor ons alleen de mogelijkheid van een gele kaart over. Mijn streven is overigens niet om gele kaarten uit te delen. Nee, ik ben op zoek – om het zo te zeggen – naar bekeringen. Dat hebben we veel liever. We hebben overigens al wel een heleboel gele kaarten moeten uitdelen. Gelukkig weten partijen ons te vinden bij gepercipieerde onregelmatigheden. Daarnaast vind ik dat we met de best practice award, die in januari tijdens de vakbeurs Facilitair ook weer wordt uitgereikt, ook laten zien hoe het wel kan. We moeten in de schoonmaakbranche niet concurreren over de lijn van arbeidsvoorwaarden.”

 

Bron: http://servicemanagement.nl/5-jaar-code-schoonmaak-blokland-blijft-op-zoek-naar-bekeringen/